Flinke toename mogelijk door thuiswerken: brandmeldingen in 2020 met 25 procent gestegen

Het aantal brandmeldingen in Nederland is dit jaar met 25 procent gestegen. Ten opzichte van voorgaande jaren zijn er tijdens de coronacrisis meer meldingen van kleine branden geweest bij de brandweer. Waar er normaal gesproken rond de 440 meldingen per maand zijn, ligt dit aantal in 2020 op 550 meldingen per maand.

Een flinke toename dus. Hoe kan dit? En wat als er brandschade is, wordt dit dan door de verzekering gedekt?

Corona lijkt indirecte oorzaak toename woningbranden
De coronacrisis lijkt indirect de oorzaak te zijn van de toename in het aantal woningbranden. Het advies van minister-president Rutte is duidelijk: blijf zoveel mogelijk thuis. Thuiswerken is dan ook de norm geworden. De kans is groot dat er een verband is tussen het massaal thuiswerken en de stijging in het aantal meldingen van woningbranden.

Meer oververhitte apparaten op het stroomnet
Doordat veel mensen thuiswerken, zijn er thuis meer apparaten aangesloten. Denk aan de laptop, extra schermen, mobiele (werk)telefoon en het koffiezetapparaat. Er wordt in huis meer elektronica (en energie) gebruikt. De apparaten die aan staan, kunnen oververhit raken.  Komen deze, na lange tijd, in aanraking met brandbare materialen, zoals bijvoorbeeld papier? Dan kan er een gevaarlijke situatie ontstaan.

Haardvuur
Nu heel Nederland meer thuiswerkt, is het aannemelijk dat er ook meer branden ontstaan door menselijk handelen. Uit cijfers van een onderzoek uit 2015/2016 van de Brandweer blijkt dat stoken (haardvuur) met 38 procent de nummer één oorzaak is van woningbranden. Een apparaat, zoals een wasdroger, dat zelf in de brand vliegt door het niet (vaak genoeg) schoonmaken van de filters staat daarbij op plek twee (13 procent). Net zo gevaarlijk is koken (ook 13 procent), waarbij brand bijvoorbeeld kan ontstaan doordat de vlam in de pan vliegt. Nu we meer thuis zijn, is het niet onwaarschijnlijk dat het aantal branden met deze oorzaken zal toenemen.

Kluskoorts
Naast de toename in het aantal mensen dat thuiswerkt, is er de afgelopen maanden ook flinke sprake van kluskoorts. De tijd die men ‘over’ heeft door de mindere reistijd en sociale beperkingen, wordt massaal gebruikt voor het verbouwen en het opknappen van het huis. Sommige klussen verhogen de kans op woningbrand, zoals wanneer er wordt gelast in de buurt van niet-hittebestendig materiaal. Er zijn dit jaar dan ook veel berichten over woningbranden die veroorzaakt zijn doordat men zelf in huis aan de slag is gegaan.

Statistieken woningbranden 2019-2020 
In januari en februari 2020 was het aantal woningbranden ongeveer gelijk aan die maanden van het jaar daarvoor. Opvallend is dat er een grote piek is in maart 2020 – het moment waarop de coronamaatregelen in ons land ingingen – en dat het aantal woningbranden in juni 2020 weer daalde. Mogelijk heeft dit te maken met het feit dat kantoren en de horeca weer open gingen en mensen dus ook minder thuis waren. De cijfers over het aantal woningbranden ging daarna weer wat omhoog, maar daalde in september en oktober weer. Toch bleef dit aantal nog altijd hoger dan in 2019.

Grotere kans op woningbrand in december
Uit cijfers van het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) blijkt dat de meeste branden voorkomen in december. Ter illustratie kijken we naar 2019, hier was in december een piek te zien. Ook in januari blijkt in 2019 een piek, net als in januari 2020. De oorzaak van deze pieken? De kerstboom kan uitdrogen en in vlammen opgaan wanneer deze in aanraking komt met de hitte van de kerstverlichting. Het is belangrijk om de verlichting daarom uit te zetten bij het verlaten van het huis en te kiezen voor ledverlichting. Dat is ook wel zo goed voor de energierekening. Andere gevaren zitten in het maken van kerststukjes met kaarsen erin en gourmetten. De brandweer geeft daarom een aantal tips om de decembermaand brandveilig te laten verlopen. Nu extra belangrijk, want in combinatie met het feit dat men veel meer thuiszit zou deze piek in december 2020 nog wel eens hoger kunnen worden dan vorig jaar.

Brandschade vergoeding woonverzekering
Er zijn verschillende woonverzekeringen waarmee woningeigenaren brandschade vergoed kunnen krijgen. De woonverzekering bestaat uit een opstal- en inboedelverzekering, deze zijn ook los aan te vragen. Welke dekt nu precies de gevolgen van een brand? En aan welk deel van de woning? Allereerst is er de opstalverzekering, deze moet worden afgesloten door de eigenaar van de woning. Bij een huurwoning is het dus de verhuurder die de opstalverzekering afsluit. Met de opstalverzekering wordt alles verzekerd wat in, om en rond de woning vastgenageld zit. Is de brand uitgebroken in de schuur? Dan is deze met de opstalverzekering verzekerd. De fundering is bij sommigen opstalverzekeringen ook meeverzekerd, maar niet bij alle verzekeraars is dit het geval. Of dat zo is, is te zien in de voorwaarden van de polis. De opstalverzekering wordt vaak verplicht gesteld door hypotheekverstrekkers. Dan is er nog de inboedelverzekerin.  Met deze verzekering zijn alle losse spullen in het huis en de tuin verzekerd. Denk hierbij aan het bankstel of de gordijnen. Is de inboedel beschadigd door een brand? Dan moet er een beroep op de inboedelverzekering worden gedaan. De gekozen dekking maakt niet uit; zowel met een allrisk-inboedelverzekering als met een extra uitgebreide inboedelverzekering wordt brandschade vergoed. De inboedelverzekering is niet verplicht.